Zaai en plant advies.
Welkom in de wereld van tropisch planten en bomen. Er is heel veel te lezen over het kweken en verzorgen van tropische planten in boeken en op het internet. Veel van mijn informatie en kennis komt daar ook vandaan. Veelal door fouten te maken heb ik geleerd wat niet moet!
Tips Algemeen
De grond waarin palmbomen staan moet altijd goed waterdoorlatend zijn (draineren)
Bij palmen en planten in een pot is het heel belangrijk dat er geen water in de pot kan blijven staan. Het water moet dus goed uit de pot kunnen weglopen naar een onderschaal (door gaatjes onderin de pot en goed drainerende grond te gebruiken).
De stam en bladeren van een palm kunnen het best droog en luchtig gehouden worden om schimmel en rotting te voorkomen.
Een palm heeft graag veel licht, het liefst vanaf de lente tot in de herfst de volle zon (buiten of in een serre), met uitzondering van de meeste zaailingen (erg jonge palmen) en enkele dwergsoorten. Deze willen ook graag veel licht, maar dan geen volle zon. In de ochtend en avond is direct zonlicht ook voor zaailingen en dwergsoorten meestal geen probleem, maar in de middag (als de zon heet is) vertoeven ze liever in de half schaduw. De Trachycarpus, Washingtonia en Phoenix soorten verdragen zelfs als zaailing direct zonlicht. Een serre is vaak een erg goede plaats voor een palm omdat de temperatuur en de vochtigheid daar vaak hoger is en het glas de schadelijke UV-stralen filtert, dit vormt voor de meeste palmen een heel goed microklimaat.
Pas op als u een palm van binnen naar buiten wilt verplaatsen, bladeren die niet aan volle zon gewend zijn kunnen dan makkelijk verbranden en kunnen dus beter geleidelijk aan de zon wennen. Als het blad grijze of bruine vlekken vertoont is de palm te snel in de volle zon geplaatst, u kunt hem dan beter eerst even in de halfschaduw plaatsen.
Hoe warmer het weer, hoe meer water een palm nodig heeft. Dit komt door het grote oppervlak van het blad van de palm, hierdoor kan bij hogere temperaturen veel water verdampen. Bij lagere temperaturen heeft een palm weer minder water nodig. Een palm die koel overwintert heeft helemaal weinig water nodig.
Zaaien
Zaden kunnen een lange tijd op zich laten wachten om te kiemen. Sommige komen al uit na vijf dagen tot zes weken, andere pas na 16 maanden of 2 jaar. Om te kiemen moeten de zaden een beetje vochtig liggen, niet te nat want dan kunnen ze gaan schimmelen.
Het is aanbevolen om de zaden eerst enkele (3 tot 5) dagen in warm water te laten weken. Het water wordt dan best dagelijks ververst. Als tijdens het weken al zaden beginnen te ontkiemen, verwijder deze dan meteen en plant ze dan gelijk in kleine potjes. Palmzaden worden vaak gewoon geplant in potgrond of in stekgrond. De zaden ongeveer even diep als ze dik zijn in de grond stoppen. De meeste zaden kiemen het best bij een temperatuur van 25 tot 35°C. Behalve de Trachycarpus soorten die beter kiemen rond de 18°C en die bij hogere temperaturen soms juist niet willen ontkiemen. Zaden hebben bij het ontkiemen geen zonlicht nodig. Als u de zaden niet in de grond wilt laten kiemen kunt u ze ook in een afsluitbare plastic zakje plaatsen gemengd met licht vochtige kokosvezel of zand en dit zakje dan op een warme plaats weg leggen totdat de zaden ontkiemen. Na het ontkiemen de zaadjes direct uitplanten in kleine potjes, maar kijkt u hierbij goed uit dat u de worteltjes niet beschadigd.
Tijdens de groei
De jonge palmpjes mogen zeker niet uitdrogen. De grond vochtig houden zonder dat deze te nat word is de kunst. Jonge plantjes van Washingtonia, Phoenix en Trachycarpus soorten staan graag in volle zon, de andere soorten staan liever wat meer in de schaduw zolang de plantjes klein zijn. Een serre of kweekkasje kan de groei flink versnellen. De al wat grotere palmen hebben ook veel warmte nodig om te groeien. De beste temperatuur voor een palm is gemiddeld 25°C tot 30°C. Bij lagere temperaturen dan 20°C zullen de meeste palmen niet groeien.
Verplanten
Als de wortels onder aan de zaaipot door de pot groeien, moet de jonge palm verpot worden. Een enkele wortel die onder aan de pot uitsteekt heeft geen belang, maar als er door elk gaatje een wortel komt, is het moment van verpotten gekomen. Grotere palmen kunt u het best als het nodig is in het vroege voorjaar verplanten in een iets grotere pot. Kies een grotere pot, vul deze met zuivere potgrond, eventueel gemengd met een langzaam werkende meststof. Let er op dat u de plant niet te diep of te hoog zet. Palmen zijn zeer gevoelig voor de exacte hoogte van de onderkant van hun stam. Meestal is dit te herkennen aan een kleine verdikking aan het begin van de stam, net boven de wortels. Deze verdikking moet net op de grond staan. Een pas verplante Trachycarpus kan soms even op zich laten wachten voordat de groei weer begint. Ook het wegsnoeien van enkele van de onderste (oudere) bladeren forceert nieuwe groei bij de plant.
Snoeien van de wortels wordt afgeraden omdat dit de groei van de plant afremt. Als u een jonge palm te diep plant zal de groei ook sterk vertragen, of de stam kan gaan rotten.
Winterhardheid
Sommige palmsoorten kunnen hier prima overwinteren als ze buiten in de volle grond staan. Een Trachycarpus Fortunei is winterhard is tot ongeveer -18°C. Een Chamaerops humilis is winterhard is tot ongeveer -10°C. Een Sabal minor tot ongeveer -15°C. Toch moet u voorzichtig zijn met de aangegeven temperaturen, ze zijn namelijk gebaseerd op droge vorst en voor korte duur. Natte vorst zoals regen of ijsregen gevolgd door vorst is al snel schadelijk voor de palmen, zelfs als het niet eens zo hard vriest. Het is aan te raden om palmen dicht tegen een muur op het zuiden en een beetje beschut tegen de wind uit te planten. Een muur op het zuiden weerkaatst het zonlicht naar de palm en geeft in de nacht extra warmte. Als er strenge vorst wordt voorspeld kan men enkele maatregelen nemen om de plant te beschermen. In het midden van de plant op het punt waar de nieuwe bladeren ontstaan bevind zich bij veel soorten de speer (dit is een kegelvormige punt waaruit de nieuwe bladeren groeien), deze speer moet in de winter goed beschermt worden tegen vocht en vorst. Sommige mensen zetten hier een klein kapje of trechtertje over om hem in de winter te beschermen tegen (bevriezing door) de regen gevolgd door de vorst. Afhankelijk van de winterhardheid van de palm en de temperaturen, kan dit gaan van het aanbrengen van een laag houtsnippers of schors aan de voet van de palm, een deken of noppenfolie rond de stam, het samenbinden van de bladeren, tot het volledig inpakken van de palm in stro. Wees voorzichtig met het inpakken van een stam of volledige plant met plastic of andere ondoorlaatbare materialen, want het geheel moet goed luchtig blijven om schimmelvorming te voorkomen. Het makkelijkste is natuurlijk om gewoon te kiezen voor de meest geschikte palmen die van zichzelf al goed winterhard zijn.
Winterrust periode
Indien een plant in ons klimaat overwintert op een koude of koele plaats, moet er zeer weinig water en meststoffen gegeven worden. Een nadeel van het binnen overwinteren van een palm is het volgende. Als een palm in de zomer buiten staat in de volle zon en in de winter binnen bij een raam, dan gaat de groei door de warmte binnen vaak gewoon verder. Doordat er binnen minder licht is gaat de palm met zijn nieuwe bladeren op zoek naar meer licht. Hierdoor maakt de palm grotere bladeren en langere bladstelen aan wat er niet mooi uitziet en welke snel kapot waaien in de wind als de palm in de zomer weer naar buiten gaat.
Het is dus beter om een palm die binnen overwintert op een plaats te zetten met zo veel mogelijk licht en een lagere temperatuur (om de groei te remmen). U kunt natuurlijk ook kiezen voor een hogere temperatuur in combinatie met kunstmatige belichting (om de lange bladstelen tegen te gaan). Een bemesting met een hoger kalium-gehalte zorgt voor een betere stevigheid van de plant en de bladeren.
Bemesting
Een palmboom reageert sterk op de juiste meststoffen en goede bewatering, en groeit dan snel en met mooie bladeren. Palmen houden van veel meststoffen in het groeiseizoen. Er is een speciaal voor palmen ontwikkeld meststof, Palm Focus. Bij tekort aan voeding stoffen kunnen de volgende problemen ontstaan: vergelen van de jonge bladeren en blijft het blad kleiner, het blad verdort en krijgt een kroezelig uiterlijk. Ook gewone koemest korrels zijn erg geschikt voor palmen. Overbemesting is nooit goed (te veel zouten in de omgeving van de wortel kunnen te veel vocht onttrekken aan de wortels waardoor de plant kan sterven). Bij te weinig bemesting zal de plant minder snel groeien.
Een grote pot, met daarin een kleine plant met weinig wortels, heeft relatief minder water en minder meststoffen nodig (de grond in de pot houd het water en de meststoffen vast). Een pot met een grote plant en met veel wortels, heeft meer water en meststoffen nodig. In de winter hebben de palmen minder tot bijna geen meststoffen nodig omdat ze dan door de lagere temperaturen minder hard groeien. Ook is het goed om bij planten in een pot af en toe eens goed de kluit te doorgieten met schoon water zonder meststof, zo kunnen de oude en overtollige meststoffen uit de grond spoelen zodat er minder snel een overschot ontstaat aan bepaalde soorten stoffen in de grond.
Soms valt het op dat de groei van een palm in de zomermaanden veel trager verloopt of zelfs even stil lijkt te staan. Voldoende water en meststoffen geven verhelpt dit probleem, en versnelt de groei enorm.